Hoe is het toch mogelijk dat Frankrijk in zoveel takken van de luxe-economie een leidende natie is, maar niet in die van de auto’s?
Het is een van de enigma’s van de autosector, en de vraag schoot weer te binnen toen onlangs computertekeningen opdoken van een gefantaseerde moderne Citroën DS, een model dat dit jaar zijn 70ste verjaardag viert. Een piekfijne en bovendien behoorlijk realistische worp, overigens. Niet afkomstig uit Parijs, wel uit Amsterdam, van een ontwerpbureau dat naar eigen zeggen met een AI-programma aan de slag was gegaan. Geestig, want Amsterdam is de stad waar de ouders van André Citroën vandaag kwamen.
Maar goed, Citroën zelf heeft hier dus niets mee te maken. Zij hebben de naam DS apart gezet in een poging een nieuw Frans luxemerk op poten te zetten, een poging die zonder meer als een flop mag beschouwd worden, zowel commercieel als inhoudelijk. Recent kondigden ze wel aan dat ze in de coulissen werken aan échte een opvolger van dat legendarische model, maar het is afwachten wat dat wordt.

Advertentie – lees hieronder verder
Christian Dior en Louis Vuitton
Maar hoe vreemd is het toch? Een land dat over de ganse wereld bekend staat voor zijn luxegoederen, van champagne over parfums, haute couture, het Louvre en Versailles. Van wereldberoemde luxemerken als Louis Vuitton, Veuve Clicquot, Christian Dior of Givenchy. Zelfs Bentley en Rolls-Royce noemden modellen naar Franse oorden, al dan niet gerelateerd aan de autosport.
Die grandeur hadden hun auto’s ooit ook. La déesse, natuurlijk, of de daarvan afgeleide Citroën SM, modernisme op wielen. Of de Facel Vega of Bugatti Royale, die laatste nog immer een van de meest waardevolle auto’s die je als oldtimer kan hebben.
Deze eeuw poogden ze nog wel enkele keren, maar een Peugeot 607, DS 9, Renault Talisman of Citroën C6 deden niet veel harten sneller slaan, al was die laatste nochtans wel een behoorlijk geslaagde Grande Routière.
Des te gekker is dat het de Duitse autobouwers zijn die de fakkel hebben overgenomen, en de afgelopen decennia miljarden hebben geoogst met knappe luxewagens, maar ook met heel veel flauwe afkooksels daarvan. Gek toch, want in weinig andere opzichten associeert men Duitsland met luxe.
Eenvoudige kleintjes
Het keerpunt ligt ongeveer een halve eeuw achter ons. In het naoorlogse Frankrijk gaf l’Etat de nationale autobouwers de opdracht om betaalbare auto’s te maken om de industrie van het land weer op gang te vijzelen en de gewone mensen toegang te geven tot mobiliteit. Duitsland legde een andere focus, en zag niet enkel brood in volksauto’s, maar ook in voertuigen voor wie wat meer te spenderen had.
Aan technologisch vernuft ligt het in ieder geval niet, want in vele andere technologieën troeven de Fransen de Duitsers wel af. Zij stonden mee aan de wieg van de Concorde, kwamen met de TGV, hadden in de jaren 80 al een soort van internet, en vandaag is de enige noemenswaardige Europese AI-speler Frans.
De grote Franse auto’s van de afgelopen halve eeuw zijn echter vooral eenvoudige kleintjes. Zoals de Peugeot 205, de Renault Twingo of, welja, de Dacia Sandero, net zo Roemeen als Parisien. Die laatste was in 2024 de meest gekochte auto van Europa, in al zijn betaalbaarheid. Da’s uiterst respectabel, maar voor het autolandschap is het een verschraling dat de Fransen aan het andere uiteinde van het spectrum niets meer te bieden hebben.

Vliegend tapijt
Zou het hen ooit nog eens lukken? Zo’n echte, spitsvondige, eigengereide en begerenswaardige berline maken, een Franse E-Klasse die druipt van goede smaak en levenskunst, van spitsvondige oplossingen, exquise materialen en hier en daar een vleugje je ne sais quoi?
Zo’n elegante eersteklasse-TGV voor de snelweg, met zachte fauteuils, dikke tapijten en een ophanging zo zacht als een hotelbed? Versailles op wielen? Kan Frankrijk zich nog een keertje presenteren als de leidende natie die het vaak is geweest?
Renaults voormalige hoofdontwerper Patrick le Quément deed half de jaren 90 nog een begenadigde poging een Franse luxewagen voor de 21ste eeuw te bedenken, met het majestueuze Initiale-prototype, compleet met lederen fauteuils, een kofferset van Vuitton en voorin zowaar een V10 uit de Formule 1.
Dat laatste is niet echt meer van de tijd, maar van een batterijchassis kan je net zo goed een vliegend tapijt maken. Benieuwd of die aankomende incarnatie van de Citroën DS op het goede spoor zal zitten. De nederlandse computerschets toont alvast de goede weg.
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be